Het voorjaar komt eindelijk op gang. De kievitkuikens van de vroege nesten uit maart- begin april kunnen over 2-3 weken alweer vliegen. Samen met de boeren hebben we 66 kievitnesten kunnen beschermen tot nu toe. Een deel valt ten prooi aan vos, kraai en marterachtigen maar er zijn er altijd die het redden. En die vroege kuikens zijn de sterkste.
Nu kijken hoe de grutto’s, wulpen en scholeksters het er af gaan brengen. We krijgen als weidevogelbeschermers gelukkig steeds meer hulp van de boeren zelf. Dit jaar hebben ze 3 wulpennesten en 1 gruttonest zelf gevonden en beschermd bij het grasmaaien. Melkveehouders Ruud Ketelaars, Frans Joosten, Frank Loijen en John Konings bewijzen hiermee dat ze oog hebben voor meer dan alleen hun eigen dieren. Het is voor ons als vrijwillige weidevogelbeschermers zeer bemoedigend om te merken dat melkveehouders, en andere agrariërs, zelf ook steeds beter gaan opletten. En ons soms zelfs terecht wijzen als we een nest gemist hebben.
Nu breekt ook de kritieke periode aan voor de patrijzen, een andere boerenlandvogel die het erg moeilijk heeft. De meeste patrijzen zijn nu aan het leggen of zitten al te broeden in bermen, greppel- en slootkanten. Vanaf nu, tot minstens begin juli, zitten de hennen goed verstopt op hun legsel van soms wel 20 eieren. Zie je nu een koppel patrijzen – of een patrijshaantje alleen – dan weet je dat binnen een straal van 100 meter een nest zit. Ga het nest niet zoeken want eenmaal verstoord komt de hen niet meer terug. Houd rekening met deze zeldzame akkervogel door geen bermen en perceelkanten te maaien waar je in mei patrijzen hebt gezien. Wat is er nou mooier dan zo’n toompje van 10-15 patrijzen dat in augustus lekker ligt te rullen op één van de vele zandpaden die we gelukkig nog hebben in Nederweert.